www.rechtspraak.nl

Alle landelijke nieuwsberichten van de Rechtspraak
  1. Raad voor de rechtspraak is kritisch over wijzigingen in het wetsvoorstel regulering sekswerk

    De vrijstelling van strafbaarheid van een klant van een vergunningsloze prostituee – die geconstateerde misstanden binnen 24 uur meldt – roept allerlei juridische vragen op en moet nader worden uitgewerkt. Dat schrijft de Raad voor de rechtspraak in een vandaag gepubliceerd wetgevingsadvies. Ook vraagt de Raad zich af of het schrappen van de bestuurlijke boete voor prostituees zonder vergunning wel het beoogde effect heeft. Verder roept de Raad met klem op om het tot nu toe genegeerde wetgevingsadvies (pdf, 177,5 KB) uit 2019 alsnog op te volgen, of toe te lichten waarom het niet is opgevolgd. 

    Met het wetsvoorstel wordt beoogd prostitutie en andere vormen van sekswerk te reguleren om misstanden in de seksbranche te voorkomen of te verminderen. In het wetsvoorstel is onder meer een vergunningplicht voor seksbedrijven en prostituees opgenomen. Ook wordt de werkgever en de klant van de vergunningsloze prostituee strafbaar. In de zogeheten Nota van Wijziging (pdf, 91,6 KB) is onder andere een vrijstelling van strafbaarheid van de klant opgenomen en wordt de boete voor prostituees zonder vergunning geschrapt.

    Strafbaarheid klant

    In bovenstaande nota is opgenomen dat een klant die binnen 24 uur misstanden meldt niet strafbaar is. Maar deze wijziging roept allerlei juridische vragen op. Aan welke eisen moet die melding bijvoorbeeld voldoen? Wanneer begint die 24 uur te lopen én hoe bewijs je dat? En wat als tijdens een rechtszaak blijkt dat iemand die melding heeft gedaan; wat moet dan volgens de wetgever de uitspraak van de rechter zijn? Is die persoon dan wel schuldig, maar niet strafbaar? Of moet iemand volledig worden vrijgesproken? Of moet het OM niet ontvankelijk worden verklaard?

    Geen boete voor prostituees zonder vergunning

    Om ervoor te zorgen dat prostituees geen belemmering voelen om misstanden te melden, of aangifte te doen, is ook besloten de boete voor prostituees zonder vergunning te schrappen. De vraag is echter of die belemmeringen met de wijziging wel echt worden weggenomen. Juridisch gezien is het namelijk nog steeds onrechtmatig om zonder vergunning te werken. Ook is het voor hen lastig om ‘wit’ te werken. En is het dus denkbaar dat zij vrezen vervolgd te worden voor witwassen als ze aangifte doen bij de politie. Daarnaast is het aannemelijk dat een aangifte tegen een klant of pooier zal leiden tot verlies van werkzaamheden en daarmee het inkomen.

    Andere term voor ‘prostituee’

    Tot slot heeft de Raad ook nog een vraag over het taalgebruik in dit wetsvoorstel. Hierin is gekozen voor de vrouwelijke term ‘prostituee’. Uit het wetsvoorstel blijkt dat niet alleen op vrouwen wordt gedoeld. In de meeste wetgeving wordt normaal gesproken een neutrale of mannelijke term gebruikt. Dat maakt het des te opvallender dat juist in dit wetsvoorstel voor een vrouwelijke term is gekozen. De Raad vraagt zich af waarom is gekozen voor de term ‘prostituee’ en niet voor een meer genderneutrale term, zoals ‘sekswerker’.



  2. Raad voor de rechtspraak roept op duidelijkere keuzes te maken in het wetsvoorstel.

    ‘Maak beter duidelijk waarom naast het opleggen van bestuurlijke boetes, het ook nodig is om strafrechtelijk te handhaven om schendingen van mensenrechten en vervuiling van het milieu bij Nederlandse internationale ondernemingen tegen te gaan.’ Dat stelt de Raad voor de rechtspraak in een vandaag gepubliceerd wetgevingsadviesover het initiatiefwetsvoorstel duurzaam en verantwoord internationaal ondernemen.

    Het wetsvoorstel stelt dat Nederlandse internationale ondernemingen beter zorg moeten dragen voor mensenrechten, arbeidsomstandigheden en het milieu bij hun werkzaamheden in het buitenland. De verplichtingen uit het wetsvoorstel kunnen zowel via het bestuursrecht (bijvoorbeeld door de Autoriteit Consument en Markt) als het strafrecht (Openbaar Ministerie) worden gehandhaafd. Een duidelijke keuze tussen deze vormen van handhaving wordt niet gemaakt. De Raad vindt dat de wetgever duidelijk moet maken waarom het nodig is om ook strafrechtelijk te handhaven.

    Effectiviteit van handhaven

    Het strafrechtelijk handhaven vraagt om een nadere toelichting, waarbij aandacht moet zijn voor de effectiviteit van deze handhaving. De maximale strafrechtelijke veroordeling voor de overtreding is volgens het wetsvoorstel 6 maanden hechtenis, een taakstraf of een geldboete van 90.000 euro. Voor dit soort economische overtredingen wordt in de regel een geldboete opgelegd, zeker als de verdachte een onderneming is. Bij een bestuursrechtelijk boete gaat het om maximaal 10 procent van de omzet. Een veelvoud van wat er strafrechtelijk mogelijk is.

    Nadere punten ter verduidelijking

    Ook brengt de Raad andere punten naar voren die nadere verduidelijking vereisen in de wettekst of in de daarbij behorende toelichting. Zo is bijvoorbeeld niet helder hoe ver de toets van de strafrechter precies gaat, als toch voor deze vorm van handhaving wordt gekozen. Ook vragen sommige begrippen uit het wetsvoorstel om nadere duiding. 

    De Raad voor de rechtspraak spreekt ten slotte zijn waardering uit voor dit verzoek tot wetgevingsadvies. Het gaat om een initiatiefwet, waarbij niet een minister maar een Kamerlid een wetsvoorstel indient. Het is niet vanzelfsprekend dat de Raad dan om advies wordt gevraagd.

  3. Onderhoud start vrijdagavond 31 maart om 20.00 uur

    Van vrijdagavond 31 maart tot en met zondag 2 april zijn vrijwel alle computersystemen van de Rechtspraak niet bereikbaar vanwege groot onderhoud. Dit betekent dat niet digitaal kan worden geprocedeerd en onder meer Mijn Rechtspraak, het uitsprakenregister, formulieren en registers niet beschikbaar zijn. Uitzondering is rechtspraak.nl. De website blijft wel beschikbaar.

    De werkzaamheden starten op vrijdagavond om 20.00 uur en duren tot zondagavond 23.59 uur. Voor gedetailleerde informatie over welke systemen en diensten niet beschikbaar zijn, zie: onderhoud en storingen.

    Uitwijkmogelijkheden

    Is het voor u noodzakelijk om in deze periode stukken in te dienen? Kijk voor uitwijkmogelijkheden op de pagina Wat te doen bij onderhoud en storingen.

    Als u hier nog aanvullende vragen over heeft, dan kunt u via TwitterFacebook of Instagram contact met ons opnemen. Indien nodig verstuurt de Rechtspraak via Twitter informatie over de stand van zaken. 

    Op werkdagen kunt u ook bellen met het Rechtspraak Servicecentrum: 088 361 61 61. Bereikbaar maandag t/m donderdag van 8.00 uur tot 20.00 uur en op vrijdag van 8.00 uur tot 17.30 uur.

  4. 260 rechtspersonen en 61 natuurlijke personen failliet verklaard

    Rechtbanken hebben in februari 321 faillissementen uitgesproken. Dit zijn er 20 meer dan in januari. Dit blijkt uit cijfers van de Raad voor de rechtspraak. Vorige maand gingen 260 rechtspersonen (bedrijven/organisaties) en 61 natuurlijke personen (individuen) failliet.

    Als een bedrijf of persoon rekeningen niet meer betaalt, kan een faillissement worden uitgesproken door de rechtbank. Dit gebeurt duizenden keren per jaar. Als een bedrijf of persoon failliet wordt verklaard, benoemt de rechtbank een curator. De curator onderzoekt of een doorstart mogelijk is, beheert en verkoopt zo nodig de bezittingen van de failliete boedel. De curator zorgt er vervolgens voor dat, binnen wettelijke regelingen, aan de schuldeisers kan worden uitgekeerd of dat een burger kan worden toegelaten tot een wettelijke schuldsanering.

    Cijfers

    De faillissementscijfers worden maandelijks gepubliceerd en zijn ook beschikbaar als open data. Daarnaast worden alle uitgesproken faillissementen opgenomen in het openbare Centraal Insolventieregister.

    Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceert ook faillissementscijfers, op basis van de gegevens van de Rechtspraak. Door de gegevens van de Rechtspraak te koppelen met andere beschikbare informatiebronnen toont het CBS bijvoorbeeld ook informatie per bedrijfstak. Door verschillen in rekenmodellen kunnen de cijfers van het CBS verschillen met de cijfers op deze pagina.

    Meer informatie: Faillissementscijfers

  5. Raad voor de rechtspraak kritisch over nieuw wetsvoorstel dat bezit en gebruik van messen in de openbare ruimte moet terugdringen

    De Raad voor de rechtspraak stelt dat duidelijker moet worden gemaakt waarom aanpassing van de wet noodzakelijk is om het bezit en gebruik van steekwapens in de openbare ruimte aan banden te leggen. Dat staat in een vandaag gepubliceerd wetgevingsadvies (pdf, 314,2 KB) over de voorgestelde aanpassing van de Wet wapens en munitie. De Raad vraagt zich af hoe de nog op te stellen ‘lijst van verboden voorwerpen’ zich onderscheidt van dat wat al onder de huidige wet verboden is. Hoewel de Raad het maatschappelijk belang ziet iets te doen aan het toenemende aantal steekincidenten, is het wetsvoorstel op cruciale punten onvoldoende uitgewerkt.

    Het wetsvoorstel moet het bezit en gebruik van messen in de openbare ruimte terugdringen. Voorgesteld wordt om het dragen van bepaalde gebruiksmessen (bijvoorbeeld koksmessen of hobbymessen) waarmee ernstig lichamelijk letsel kan worden toegebracht in de openbare ruimte te verbieden. Ook zou er een verbod moeten komen op verkoop hiervan aan minderjarigen. Het wetsvoorstel is op een aantal belangrijke punten nog onduidelijk, stelt de Raad. Daarom wordt de minister gevraagd het wetsvoorstel te verduidelijken en aan te passen.

    Wet wapens en munitie

    Het is onvoldoende duidelijk wat de toegevoegde waarde van dit wetsvoorstel is ten opzichte van de huidige Wet wapens en munitie. Die verbiedt nu ook al het in de openbare ruimte dragen van voorwerpen waarmee letsel kan worden toegebracht en waarvan kan worden aangenomen dat iemand dit voorwerp alleen bij zich heeft om een ander te bedreigen of letsel toe te brengen. Daarom moet duidelijker worden gemaakt waarom aanpassing van de wet noodzakelijk is. Ook is nog onbekend welke voorwerpen precies onder het nieuwe verbod gaan vallen. Dit zal worden beschreven in de Regeling wapens en munitie, maar de tekst hiervan is nog niet vastgesteld. Het is daardoor ook niet duidelijk hoe de lijst verboden voorwerpen anders is dan het verbod dat al in de huidige wet staat. 

    Omgekeerde bewijslast

    Daarnaast lijkt in het wetsvoorstel sprake van een omgekeerde bewijslast. Als iemand een voorwerp bij zich heeft dat onder het nieuwe verbod valt, moet diegene zelf aannemelijk maken dat dat louter met vreedzame bedoelingen is. Maar het is onduidelijk in hoeverre die verklaring moet worden onderbouwd. Als iemand bijvoorbeeld een snoeischaar op zak heeft voor groenwerkzaamheden, moet dan een arbeidsovereenkomst overlegd worden waaruit dit blijkt, of voldoet een mondelinge verklaring? Ook staat in het voorstel dat de voorwerpen niet in de publieke ruimte gedragen mogen worden, tenzij ze verpakt zijn. Maar wat deze verpakking inhoudt, staat niet in het voorstel. Mogen aardappelschilmesjes bijvoorbeeld nog los worden verkocht of moeten die worden voorzien van een (gesealde) verpakking? En als je gaat kamperen, moet je dan alle messen in afsluitbare verpakkingen opbergen, of mag je deze ook in een doek wikkelen?

    Ten slotte vraagt de Raad zich af of de voorgestelde wijziging van de wet ten aanzien van het verkoopverbod aan minderjarigen soms niet te beperkend is. Denk dan aan een student van 17 jaar die op kamers gaat wonen en daarvoor een messenset wil kopen. Dat is onder de nieuwe wet niet meer mogelijk.

    Lees hier (pdf, 314,2 KB) het volledige wetgevingsadvies over het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet wapens en munitie.

Deze website maakt gebruik van cookies.

We gebruiken alleen cookies om anonieme statistieken bij te houden, Lees meer

Oké, geen probleem.

Cookiewetgeving 
Wij maken op deze website gebruik van cookies. Een cookie is een eenvoudig klein bestandje dat met pagina’s van deze website wordt meegestuurd en door u browser op de harde schrijf van uw computer wordt opgeslagen. De daarin opgeslagen informatie kan bij een volgend bezoek weer naar onze servers teruggestuurd worden.

Gebruik van sessiecookies
Met behulp van een sessiecookie kunnen wij zien welke onderdelen van de website u met dit bezoek hebt bekeken. Wij kunnen onze dienst daardoor zoveel mogelijk aanpassen op het surfgedrag van onze bezoekers. Deze cookies worden automatisch verwijderd zodra u uw webbrowser afsluit.

Google Analytics
Via onze website wordt een cookie geplaatst van het Amerikaanse bedrijf Google, als deel van de Analytics-dienst. Wij gebruiken deze dienst om bij te houden en rapportages te krijgen over hoe bezoekers de website gebruiken. De informatie die Google verzamelt wordt zo veel mogelijk geanonimiseerd. Uw IP-adres wordt nadrukkelijk niet meegegeven. Google stelt zich te houden aan de Safe Harbor principles en is aangesloten bij het Safe Harbor-programma van het Amerikaanse Ministerie van Handel. Dit houdt in dat er sprake is van een passend beschermingsniveau voor de verwerking van eventuele persoonsgegevens.

In- en uitschakelen van cookies
Meer informatie omtrent het in- en uitschakelen en het verwijderen van cookies kunt u vinden in de instructies en/of met behulp van de Help-functie van uw browser.

Meer informatie over cookies?
Op de volgende websites kunt u meer informatie over cookies vinden:
 
www.cookierecht.nl 
www.opta.nl 
www.consuwijzer.nl

 

Klik hier >> om verder te gaan naar de homepage